Een belevenis van goud in het prachtige tropisch regenwoud
Hier volgt een verhuisbericht:
Lieve vrienden, familie, kennissen en andere nieuwsgierigen:
Eindelijk kunnen wij u mededelen dat wij, de bende van ellende nr. 1 t/m 4 (straks nadere uitleg) verhuisd zijn naar Het Kruispunt! Een ontzettend relaxt huis met twee badkamers, twee toiletten, tv (!), oven, magnetron en last but not least: een tostiapparaat!
Kom gerust een keertje langs, altijd welkom!
Een bigi brasa van de Bende van ellende
Zoals jullie hebben gelezen zijn we nu dan eindelijk verhuisd naar Het Kruispunt, eindelijk met z’n viertjes in een huis en nu nooit meer ’s avonds samen met Suzanne alle kikkers, kamerawindjes en
ander ongedierte ontwijken op weg naar ‘ons’ Berea! Gistermiddag (maandag 14 oktober) was het dus inpakken geblazen, alles hoppa in de koffer en verplaatsen naar ons nieuwe onderkomen. Nu al had
mijn koffer moeite om dicht te gaan, dat wordt dus nog wat als we weer naar Nederland vliegen...
Na een intensief dagje was het tijd voor wat ontspanning, op de planning stond salsales! En ja, jullie lezen het goed: salsales! En ook ik ging dit keer mee (komen mijn half Surinaamse
heupen toch nog een beetje van pas papa en mama), ik heb me toch laten ompraten door de andere drie meiden. En ik kan jullie allen vertellen, ik vond het echt super leuk! Ik had verwacht dat ik er
niet veel van zou bakken, maar om eerlijk te zijn ging het eigenlijk best goed. Onze dansleraar Cedric was zeer tevreden over ons en ik heb nu alweer zin in volgende week! Aankomende vrijdag is het
salsa-avond bij ’T Vat en natuurlijk gaan wij daar dan ook even een kijkje nemen en onze pasjes even showen. Onze taxichauffeur doet ook vrolijk mee en met z’n achten (wij vieren, Tanja&Herma,
Patrick en nog een andere jongen) is het een gezellige boel. Na de gezellige avond vielen we tevreden in slaap om vervolgens wakker te worden gemaakt door onze wekkers om 05:45 uur!
Dinsdag 15 oktober:Brownsberg met onze gids Harm
Met een paar uurtjes slaap stapten we uiteindelijk rond 06:15 uur uit ons bed, snel onder de koude douche (het warme water was
nog niet aangesloten), aankleden, broodjes smeren en de laatste plasjes plegen en toen waren wij er klaar voor! Onze gids Harm stond al op ons te wachten en toen iedereen de (wandel)schoenen (All
Stars for ever) had aangetrokken waren we allemaal klaar voor vertrek, ons avontuur kon beginnen!
In de bus van oma Sila vertrokken we van Lob Makandra met als eindbestemming: Brownsberg. Onderweg vertelde Harm ons van alles over de vogels die we tegenkwamen, zo kwamen we al helemaal in de
stemming. Vlak voordat we bij Brownsberg waren (de rit duurde ongeveer 2 uur) hebben we het laatste krachtvoer gekocht: cola, chips en broodjes. Toen we naar de binnenlanden gingen hadden we de
Brownsberg in de verte al zien liggen, maar nu was dus het moment aangebroken dat we hem van dichtbij zouden bekijken en zelfs zouden beklimmen. Het eerste stuk, ongeveer 10 kilometer, hoefden we
nog niet te lopen. Met de bus konden we gelukkig een flink eind naar boven komen, we waanden ons gelijk in het tropisch regenwoud van Suriname: WAUW, WAUW, WAUW! Wat je altijd in boeken en
tijdschriften ziet werd nu voor onze ogen werkelijkheid, onbeschrijfelijk hoe mooi!
Onderweg naar boven maakten we nog even een stop om een bezoekje te brengen aan een vogelspin, wijnatuurlijk allemaaluit de bus om dit schuwe beestje eens van dichtbij te bekijken. De vogelspin had
niet zoveel zin om uit zijn/haar holletje te komen en na een kort bliksembezoekje kroop hij/zij weer terug.
De reis ging verder en wij keken natuurlijk onze ogen uit. Bijna aangekomen bij onze parkeerplaats zagen we gelijk al dieren: boskonijnen en trompetvogels! Na een paar mooie foto’s reden we weer
verder naar de parkeerplaats. Daar aangekomen hadden we gelijk ontzettend veel geluk: we zagen apen in de bomen! Harm vertelde ons dat hij daar nog nooit apen had gezien, echt mazzel dat we ze dus
zo snel tegen waren gekomen! Het waren twee verschillende soorten apen (Saki’s en nog een ander soort waarvan ik de naam even kwijt ben).
1 aap ging er eens goed voor zitten, zo konden we natuurlijk mooie foto’s maken. Nadat de nodige kiekjes geschoten waren begonnen we aan de wandeltocht. De eerste kilometer was een makkie, lopen
over bauxietwegen. Onderweg kwamen we van alles tegen, mooie vlinders, termietennesten, vogelspin, etc. Ook de muskieten vonden het erg interessant dat wij een wandeling gingen maken, ze vlogen
steeds met ons mee. En groot dat ze waren, niet normaal. Onze muskieten op Lob Makandra zijn er helemaal niks bij. Germa is vandaag aardig behendig geworden in het doodslaan van deze irritante
beesten, met een slipper sloeg ze aardig veel muskieten neer. Zo, daar hadden we in elk geval geen last meer van.
Ons eerste punt op het programma was de Leo Val (een klein watervalletje). Om daar te komen moesten we klimmen, dalen, klimmen, dalen etc. Het was eigenlijk heel goed te doen en onderweg maakten we
af en toe een stop om de prachtige natuur eens van dichtbij te bekijken. Heerlijk om de geluiden van het oerwoud te horen en je te beseffen dat je nu gewoon echt in het binnenland van Suriname
loopt. Al met al zijn deze vier weken al zo bijzonder, we hebben al ontzettend veel meegemaakt en deze ervaring vergeet in mijn hele leven echt nooit meer. Na een half uurtje lopen, klimmen en
klauteren hoorden we de waterval al. Na nog een paar grote stappen over dikke boomwortels zagen we daar dan de Leo Val: wauw! Het water was echt heerlijk koel en wij konden ons dus een beetje
opfrissen.Harm had zelfs nog een klein klompje goud gevonden op een steen (uiteindelijk heeft hij het niet meegenomen, het goudwou moeilijk van de steen af).Na een tijdje vervolgden we onze weg
weer om een bezoek te brengen aan een iets grotere waterval: de Irene Val.
De weg naar de Irene Val was wel een stukje steiler, we moesten vooral veel dalen. Met de prachtige natuur om heen voelden we ons pas echt de Echte meisjes in de jungle. ‘Wat een ellende!’ was een
zinnetje dat vandaag vaak herhaald werd (aldus Michella van Echte meisjes in de jungle). We besloten om onszelf de Bende van ellende te noemen (hierbij dus de uitleg). Natuurlijk vonden we het
helemaal NIET ellendig, maar het klinkt gewoon erg leuk en vooral met het accent van Michella erbij (voor wie weet wie Michella is en hoe ze dat altijd uitsprak). De Bende van ellende en Harm liep
dus gewoon heel flink verder.
De mooiste bomen, lianen, planten en grappigste dieren kwamen we tegen. Harm heeft echt oog voor de natuur en zo hebben wij ook veel verschillende dieren gezien: een babyschorpioen, hele grote tor
en een dikke larf, boomkikker(s), leguaan, hagedis etc.
Na anderhalf uur lopen kwamen we dan aan bij de Irene Val, nog een keer WAUW! De Irene Val was een stukje groter dan de Leo Val. Super, super mooi! Bij de Irene Val was een groep Hindoestaanse
jongens/mannen aan het zwemmen. Wij hadden ons nog niet omgekleed en omdat er in de buurt nou niet bepaald een plekje was waar we ons ongegeneerd konden omkleden besloten we om dan maar lekker
pootje te baden. Na ongeveer 30-45 minuten begonnen we weer aan onze terugreis. Het eerste stukje moesten we gelijk al een heel stuk klimmen, dan pas merk je hoe ‘goed’ je conditie is. En papa, het
klopt wel een beetje wat jij altijd zegt: ‘Echte Surinamers zweten niet!’ Ik had het wel warm, maar het was niet zo dat het zweet als een waterval langs mijn lichaam liep! Helpt het dus toch wel
een beetje dat ik een halve Surinamer ben en moet je nagaan als jij deze tocht zou trotseren… Vast helemaal geen zweet, haha!
De toch terug naar ons beginpunt ging verder helemaal prima. Oke, één keertje zat ik een beetje vast met mijn voet in een op de grond liggende liaan (erg lachwekkend), maar gelukkig viel het mee
want behendig en snel werd mijn voet bevrijd door Herma.
Omdat we de heenreis naar de Irene Val veel stukken hadden waarin we moesten dalen, moesten we nu vooral veel klimmen en klimmen en klimmen…
Ook zijn we nog een hele groep brulapen en nog vele andere dieren tegengekomen, erg leuk om te zien.
Rond 3 uur kwamen we weer aan bij de parkeerplaats en alle leden van de Bende van ellende hadden heelhuids en geheel zonder blaren de tocht overleefd, alle dank aan onze gids Harm! Nadat we een
heerlijke Snicker bij het plaatselijke restaurantje/winkeltje hadden verorberd was het weer tijd om terug te keren naar huis. Toen we weer terug reden vanaf de berg hebben we onze vogelspin wederom
verblijd met een bezoekje en dit keer kwam hij/zij, met een beetje hulp van Harm, wel uit zijn/haar holletje. We konden de spin nu erg goed bewonderen.Daarna vervolgden we onze weg weer en onderweg
hebben we nog heerlijke roti gegeten bij Roopram, een lekkere afsluiter van de dag.
Morgen weer een dagje stage, ik ben erg benieuwd of we ook spierpijn krijgen.Nu maargauw gaan slapen want morgen gaat de wekker alweer om 05:45 uur.
Veel liefs, Anouk
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}